Hij heeft een druk en gevarieerd leven, waarin hij vooral graag díe activiteiten wil ontplooien waarbij hij zich helemaal senang voelt. De 46-jarige Norbert is autodidactisch beeldend kunstenaar, heeft aan huis een bescheiden Bed & Breakfast en wil zo af en toe nog wel eens meewerken als edelfigurant voor reclames of folders.

Norbert kende een wat gecompliceerde jeugd. Als peuter werd hij geadopteerd en groeide hij op in West Friesland bij pleegouders die hem in zijn adolescente jaren niet als biseksueel wensten te aanvaarden. “Ik werd me zo rond mijn 17e bewust van mijn geaardheid. Mijn pleegouders waren nogal katholiek en ik vertelde ze dat ik niet zeker was of ik homo was of bi. Toen werd me al snel gezegd dat ik niet biseksueel van ze mocht zijn, want dat kon niet. Ik moest een keuze maken tussen homo of hetero. Ze wilden me als homo wel accepteren, maar niet als bi. Dat gaf me een machteloos gevoel. Kort nadien begon ik in Amsterdam uit te gaan en ben ik maar de homokant opgegaan. In 1987 ben ik in de Bijlmer gaan wonen. Al snel leerde ik een man kennen met wie ik een relatie ben aangegaan die maar een klein half jaar stand hield.”

”Na een moeilijke periode ging ik in 1990 in het centrum wonen en leerde ik een echtpaar kennen, dat met mij naar een parenclub wilde. Toen durfde ik dat nog niet. Ik ging mijn bi-kant maar weer wegdrukken en bleef uitgaan in de homowereld. Een kleine tien jaar later ging ik met een man wonen in mijn huidige woning. Dat duurde een jaar en toen dat over was, wilde ik eindelijk echt iets met mijn bi-gevoelens doen. Bij toeval vertrouwde een vriend me toe dat hij eveneens bi was. Samen met hem gingen we naar het toenmalige bi-café bij het COC. Daar waren ook vrouwen en geleidelijk breidde mijn kennissenkring zich uit. We bezochten feesten van het LNBi en aldus bouwde ik eindelijk een netwerk op. Ik ging naar feesten en parenclubs en pas toen kon ik mezelf zijn.”   

Norbert is tegenwoordig single. “Ik heb wel een heel open relatie met een biseksuele vriendin, maar daarnaast heb ik alleen losse contacten. Ik zou ook niet iemand zijn voor een monogame relatie, dat zit niet in me. Verder is de vriendenclub van toen een beetje uit elkaar gevallen en bij het ontbreken van nieuwe party’s in Amsterdam is het momenteel stiller om me heen geworden. Het is ook wat moeilijker voor me nu. Ik heb geen rijbewijs, dus je gaat niet makkelijk naar een andere stad en mijn B&B eist ook zijn aandacht als er gasten zijn. Mensen willen toch hun ontbijtje, he.”

”Hier in Amsterdam zou best meer mogen gebeuren. Er worden her en der wel parenavonden gehouden, maar dat is gelijk zo seksgericht. Verder is er weinig te doen. Soms is er een middag in een gaycafé, maar dan word je gelijk in een hokje gezet, zo van ‘kijk, daar zitten de bi’s’. Maar ik ben wel blij hier te wonen hoor, als ik in een dorp had geleefd, had ik helemaal geen mogelijkheden gehad.”

”Het heeft me altijd gestoord dat mijn familie me nooit heeft geaccepteerd. Er werd steevast gezegd dat een man niet van én een man én een vrouw kan houden, dat bestond niet. Ook vond ik het jammer dat er vroeger homo’s waren die het evenmin konden accepteren. Jammer is dat. Al moet ik wel zeggen dat ik nooit echt gediscrimineerd ben. Misschien komt dat wel omdat ik mijn bi-zijn voor sommigen maar voor me hou. Want veel mensen vinden het raar, decadent, iets dat niet hoort. En dat terwijl er wellicht nog meer bi’s zijn dan homo’s. Veel bi’s zijn met een vrouw getrouwd, maar hebben wel stiekem een profiel op homo-sites en die zie je op parkeerplaatsen en in homo-sauna’s. Het zou prettig zijn als de maatschappij opener zou zijn over biseksualiteit. Er komt nu verplichte voorlichting op scholen over homoseksualiteit, het zou goed zijn als ze daarin ook biseksualiteit een plek zouden willen geven. Voorlichting is zó belangrijk, alleen dan komt het uit de taboesfeer.”