Nico (48) uit Arnhem is een levenslustige vent die zich graag inzet voor de maatschappij. Het Humanistisch Verbond, Arnhems Filmhuis, COC, LNBi en andere instanties deden en doen zelden tevergeefs een beroep op hem. Zijn betrokkenheid bij biseksualiteit is dan ook niet alleen persoonlijk gericht, maar ook sociaal. En Nico ziet dat het goed gaat. “De samenleving raakt steeds meer betrokken bij biseksualiteit. Vroeger moest je op organisaties en mensen afstappen, nu gebeurt steeds vaker het omgekeerde.”

Hij begon naar eigen zeggen tamelijk laat in zijn pubertijd aan zijn erotische ontdekkingstocht. “Tot mijn 16e was ik altijd verliefd op meisjes, Maar op een dag werd ik wild van een jongen uit de klas van mijn broer, terwijl ik dat eigenlijk helemaal niet in de gaten had. Die had in de vakantie bij ons gelogeerd en ik was helemaal ziek van ellende toen dat joch weer naar huis was. Pas jaren later realiseerde ik me dat dit verliefdheid was.”

”Bij mijn moeder thuis (rond m’n 15e zijn mijn ouders gescheiden) kwamen geregeld homo’s van de operettevereniging waarin ze actief was, over de vloer. Homo’s waren dus een bekend verschijnsel. Vanaf mijn 16e kwam in mijzelf het proces op gang van ‘ben ik homo of niet?’. Ik kreeg op mijn 20e nog eens verkering met een meisje, maar op een moment dat dit serieus had moeten worden, bleef er het gevoel van vriendschap, maar ook niet meer dan dat. Ik heb voor het eerst over mijn gevoelens gesproken met een openlijk homoseksuele studievriend. Daarna vertelde ik mijn omgeving dat ik jongens leuk vond en iedereen heeft daar prima op gereageerd, ik was er alleen zelf traag mee. Pas toen ik voor het eerst seks had gehad met een man, wist ik zeker dat ik echt meer met mannen had dan met vrouwen. En toch bleef die belangstelling voor meisjes.”

“Pas rond mijn 35e ging mijn biseksualiteit toch echt vorm krijgen. Ik kon niet langer met droge ogen volhouden dat vrouwen me niets deden. Tot die tijd had het woord biseksualiteit me weinig gedaan, ik herkende mezelf er niet in. Ik was nog niet zo ver, dingen gaan nu eenmaal traag bij me. Maar toen het muntje was gevallen, ging ik wel gelijkgestemden zoeken. Zo raakte ik betrokken bij het LNBi en de in Nijmegen actieve bi-groep GoBi, waar ik veel coördinatiewerk verrichtte. Een aantal jaren geleden heb ik bij het LNBi een training tot voorlichter over biseksualiteit gevolgd. De afgelopen twee jaar ben ik vanuit het LNBi betrokken geweest bij een project van COC Nederland en EduDivers ter verbetering van de voorlichting over homo- en biseksualiteit op scholen. In het kader van dit project hebben we een training ontwikkeld over biseksualiteit voor voorlichters van COC’s en andere lokale groepen die op scholen voorlichting geven. Ik probeer steeds uit te dragen dat homo- of biseksualiteit eigenlijk niet bestaat. Er is seksualiteit. Iedereen vindt ergens zijn plek en alles heeft te maken met gedrag, identificatie, gevoelens en fantasieën, er is geen peil op te trekken en in bepaalde periodes in het leven kan het wisselen.” 

”Mijn omgang met vrouwen en mannen is verschillend. Fysiek heb ik meer met mannen, emotioneel meer met vrouwen. Daarom zal ik ook niet zo snel in een relatie stappen. Dan moeten die twee krachten in een behoorlijke balans zijn. Misschien dat een vrouw dan meer voor de hand zou liggen, al kom ik steeds meer mannen tegen die ook een gevoelige kant hebben. Ach, zoals ik nu leef, is het ook goed. Ik zie wel wie er op mijn pad komt. Ik verlang niet echt naar een relatie, als er iets gebeuren zou, is het wel een kwestie van rustig aan doen. En in een relatie zou ik het ook prettig vinden seksueel andere dingen te kunnen doen, het bloed kruipt nu eenmaal toch altijd waar het niet gaan kan. Of ik dat emotioneel aan zou kunnen, is dan een ander verhaal, maar qua idee zou dat wel aangenaam zijn. Omgekeerd weet ik niet hoe ik zou reageren als een partner dat ook zou willen. Misschien speelt jaloezie dan een rol, de angst iemand kwijt te raken. Ik ben heel ruimdenkend, maar helaas niet even zo flexibel.”

Nico ziet dat de maatschappij de laatste jaren anders is gaan denken over biseksualiteit. “Zowel binnen als buiten de bi-wereld. Twaalf jaar geleden waren er overal actieve bi-groepen. Dat is zo goed als verdwenen, in plaats daarvoor zag je een partycultuur ontstaan. GoBi – ooit de grootste groep – is geheel ter ziele; er is van binnenuit minder belangstelling en activiteit. Buiten onze georganiseerde wereld zie je dat het vooral bij jongere vrouwen hip is geworden te zeggen dat je bi bent. In het algemeen is het bespreekbaarder geworden en er komt meer belangstelling voor. Dat merk je aan allerlei instanties die nu steeds vaker ons opzoeken dan andersom. Vroeger lag dat wel anders, toen moesten we gewoon zeuren om aandacht. Wat we nog wel vaak merken is dat homo’s laatdunkend neerkijken op biseksuelen. Veel meer eigenlijk dan hetero’s. Hopelijk komt daar ook snel verandering in en worden homo’s meer solidair met ons, we hebben immers deels dezelfde belangen!”