Een pittig verkeersongeluk op 6-jarige leeftijd was bepalend voor het verdere leven van Lambert (48). Het beperkte zijn spraakvermogen en leverde blijvende lichamelijke beperkingen op. Het weerhoudt hem er echter niet van om uit het leven te halen wat er inzit, want als rasechte Zuid-Limburger is Lambert een levensgenieter. Met mannen én vrouwen, want hij noemt zich een geboren bi.

”Dat ongeval heeft wel een belangrijk deel van mijn leven bepaald”, weet Lambert die later naar Brabant (Boxtel en Tilburg) verhuisde. “Om daarvan te revalideren kostte me heel veel tijd en energie. Ik raakte op allerlei vlakken achterop, ook op seksueel gebied. Door mijn handicap moest ik naar een mytylschool. Dat was geen leuke tijd. Ik werd er door medeleerlingen voor homo uitgescholden en zelfs leraren deden daar gewoon aan mee. Zoiets doet pijn, ik heb dat heel erg gevonden.”

Lambert heeft zich van jongs af aan biseksueel gevoeld, maar kon er aanvankelijk niet mee uit de voeten. Op de scouting – hij was rond de 13 jaar - ervoer hij de eerste intimiteiten met jongens onder elkaar, maar zijn gevoel voor meisjes kon hij in die tijd nog niet vormgeven. “Ik leefde verder in een heel kleine wereld. Ik woonde 30 kilometer van mijn school en was dus veel onderweg. Het is mij niet gelukt om thuis veel vrienden te krijgen.”

Op 21-jarige leeftijd begon hij met zijn eerste ervaringen met vrouwen. Ook werden zijn seksuele gevoelens daarna bespreekbaar met zijn ouders. “Ik zag er als een berg tegenop, vooral om mijn homo-kant bekend te maken. Je gaat je toch zorgen maken om hun reactie. Ik had mijn moeder al diverse aanwijzingen gegeven en ze vroeg het me op een gegeven moment op de man af. Ze vond het prima: ‘als je maar gelukkig wordt’, zei ze. Mijn vader schikte er zich na een paar maanden in.”

Dat geluk kwam er later voor Lambert in de vorm van zijn huidige partner Jeroen, die hij ruim 16 jaar geleden tegenkwam. Saillant detail is dat ook deze een handicap heeft: Jeroen is blind. Samen wonen ze tegenwoordig in Odijk, een dorp in de buurt van Utrecht. Lambert heeft het daar naar zijn zin en is als zzp’er adviseur administratiezaken voor privé-personen. “Niet voor bedrijven, er zijn al genoeg boekhouders”, zegt hij met een glimlach.

Tegenover Jeroen – zelf homo - is Lambert altijd open geweest over zijn biseksualiteit. “Hij moest gewoon weten dat áls ik iemand tegenkom met wie het klikt, ik ook de vrijheid wil hebben er iets mee te doen. We hebben derhalve een open relatie. Ons onderling vertrouwen is de basis, want verliefdheid is vluchtig, Jeroen mag ook zijn avonturen beleven. Ik hou niet van verborgen agenda’s.”

”Zelf heb ik meer dan een jaar naast hem een verhouding gehad met een vrouw, met wie het aanvankelijk goed klikte. Ik heb ze zelfs eens aan mijn ouders voorgesteld, wat tot grote verbazing bij mijn vader leidde. Maar ze ging me teveel claimen, wilde dat ik dingen die ik met haar ervoer, niet aan Jeroen zou vertellen. Ik merkte dat ze me van hem los wilde weken en zelf een monogame relatie met mij wilde. Toen ben ik afgehaakt.”

Het weerhoudt Lambert er niet van om door te gaan op zijn ingeslagen weg. Hij vindt het wel jammer dat biseksualiteit nog altijd in de taboesfeer zit. “Het lijkt er op alsof het steeds moeilijker wordt hierover te praten en waarom? Kijk eens naar de Surinaamse of Antilliaanse samenleving.  Daar zie je ook dat veel mensen meerdere partners hebben en daar is het een geaccepteerde zaak.”

Hoe we er hier verbetering in zouden kunnen krijgen? Lambert knijpt de oogjes even samen en lacht dan: “door de kerken op te heffen! Toen die de macht kregen, werd de mens gedwongen 1 op 1 te gaan. Men moet af van die dogma’s, mensen moeten opener zijn naar een ander. Spring van tijd tot tijd eens uit de band.”

Al met al vindt hij dat hij goed is terechtgekomen. “Ik ben geen huisje-boompje-beestje-figuur. De mens is niet van oorsprong monogaam, dat is er sinds de middeleeuwen door de maatschappij ingepompt. Ik ga ervoor en maak graag nieuwe contacten. Als je iets wilt, ga er dan voor. Loop je dan een blauwtje? Prima. Niet geschoten is immers altijd mis!”