Kun je als vrouw met een andere vrouw goed leven op het platteland? Barbara en haar vriendin Marjan hebben ervaren dat dit in Drenthe prima gaat. Toch gaat ze binnenkort latten in Groningen, want… het stadsleven kriebelt te veel.

Barbara (37) groeide op in een ‘gezellig en open minded gezin’ en begeleidt mensen in een zorginstelling en doet dat deels ook als zzp’er. Naast haar werk en wereld met vrienden, muziek en gezellig uitgaan, vindt Barbara een goede relatie ook belangrijk in haar leven. Die had ze eerst met een man, en nu met een vrouw.

”Ik was een enorme laatbloeier. Toen mijn vriendinnetjes al volop bezig waren met vriendjes had ik er geen zin in. Ik werd wel verliefd op jongens hoor, maar er gebeurde nog niks mee. Pas toen ik in Groningen ging studeren, kwam ik wat los. Mijn eerste relaties waren van korte duur, want ik was nogal op mijn vrijheid gesteld. Tot ik mijn latere man ontmoette, met wie ik een aantal jaren gelukkig getrouwd ben geweest. Toch strandde die relatie toen ik 33 was en daarna kwam een bijzondere periode. Aan de ene kant was ik heel erg verdrietig, maar ik voelde me ook zó ontzettend vrij. De stad was mijn haven en ik ging elke zaterdag op stap. Ik had echt een vrijgevochten jaar met mezelf afgesproken en genoot er zeer van.”

”In die tijd Ik had ik wel eens nagedacht hoe ‘het’ met een vrouw zou zijn. Het was echter niets voor mij, vond ik. Maar al die mannen achter me aan, daar werd ik ook gek van en op een avond ben ik met wat vriendinnen naar een gayclub in Groningen gegaan. ‘Ach, waarom niet’, dacht ik. En daar… kreeg ik sjans met vrouwen. ‘Hè, kan dat ook?’, vroeg ik me toen af, want ik had me altijd alleen opengesteld voor mannen. Zo ging dat nu eenmaal.

”Ik vond het grappig, werd nieuwsgierig. Ik was vrijgezel hè, wat had ik te verliezen? En kort daarna ontmoette ik Marjan. Aanvankelijk niets bijzonders, maar we spraken af. En weer, en vaker, en opeens besefte ik dat ik verliefd was op een vrouw. Eerst dacht ik dat dit bij die losse fase hoorde, maar na een maand of vijf besefte ik dat het echt een relatie was geworden en heb ik het mijn omgeving verteld. Zij woonde op het platteland, iedereen wist dat Marjan op vrouwen viel en dat was prima. En mijn familie had er totaal geen moeite mee.”

Barbara verhuurde haar appartement in Groningen en trok naar het Drentse platteland. Daar kende ze een aantal fijne jaren, maar na een relatiedip heeft ze besloten toch de stad weer op te zoeken en via een lat-relatie met Marjan verder te gaan.

Ze gaat rechtop zitten als ze wordt gevraagd hoe het nu met haar seksuele identiteit zit. “Ik haat vooroordelen en merkte toen ik een relatie met Marjan kreeg, hoe sterk het in hokjes denken in Nederland nog is. Een vriendin wilde weten ‘wat ik nu dan was’. Waarop ik reageerde met ‘móet ik dan wat zijn?’. Ik ben Barbara en wil niet in een hokje bi, hetero, of lesbisch worden geplaatst. Ik val op mensen. Of dat nu een man of vrouw is, maakt niet uit. En de persoon met wie ik samen ben, dáár kies ik voor. Alle termen mogen wat mij betreft uit het woordenboek worden geschrapt. Er is maar één term: liefde. Nu heb ik een vriendin, en wie er naar vraagt, krijgt dat gewoon te horen.”

Ook in breder verband pleit Barbara voor het beslechten van hokjes. “Ik was laatst in Amsterdam en zag daar een gay & lesbian Infopoint. Wij er op af en we zagen daar een plattegrond met alle homo- en lesbocafés. Ik vind het jammer dat zoiets er is. Waarom moeten er stempels aan die kroegen worden gehangen? Laten we daar nou eens mee beginnen. Er is toch ook geen hetero-point? En al die seksueel getinte dingen op zo’n plek. Nou er zijn er zat die dat zien en homoseksualiteit vervolgens gelijk linken aan platte seks. ‘Ze moeten weer speeltjes hebben, enzo.’ En dat bedoel ik. Acceptatie moet er bij iedereen zijn, maar tevens bij onszelf, we moeten er ook aan werken. Anderzijds snap ik ook dat er soms momenten moeten zijn dat je gelijkgestemden kunt ontmoeten. Daarom ben ik erg gelukkig met feesten als PANN. Dát is goed: je geeft wel holebi aan, maar tegelijk is iedereen welkom. Die open minded-sfeer heeft de toekomst. En de gay pride, dat is zó leuk: een dag dat iedereen zichzelf kan zijn. Was het maar 365 dagen in het jaar zo. En laat dat feestje ooit Be Pride gaan heten. Met een ‘e’ ja, geen ‘i’.”